Schema’s of scripts

Het uitgangspunt bij schemagerichte therapie is dat bepaalde (vroege) ervaringen in combinatie met iemands karakter hebben geleid tot bepaalde schema’s.

Een kind is uiterst gevoelig voor indrukken uit de omgeving. Het is nog niet in staat de informatie die het krijgt te plaatsen of te overzien. Ook kan een kind niet voor andere omstandigheden kiezen. Dat maakt het afhankelijk van de opvoeders. De zorg, de opvattingen, cultuur, gevoelens en gedrag. Vaak zijn dit ook herhalingen van de ouders van de opvoeders. De angst om niet te overleven ontstaat hier. Om ons te verzekeren van liefde en vertrouwen ontwikkelen we schema’s om in deze basisbehoefte te voorzien.

Gedrag dat een veilig gevoel veroorzaakte werd herhaald, gedrag dat dat niet deed werd afgeleerd. De ontwikkelde schema’s voelen vertrouwd aan. Dit veroorzaakt herhalingsdwang. Het wordt zelfs routinematig. Ervaringen worden vaak zodanig aangepast dat ze de juistheid van schema’s bevestigen.

Valkuilen

Als volwassene hebben we deze schema’s niet zo hard meer nodig. Sterker nog, vaak gaan ze ons belemmeren. Daarom worden schema’s ook wel valkuilen genoemd.

Sommige mensen geven zich over aan hun schema’s en vinden manieren om de negatieve gevolgen die zij daardoor voelen te vermijden of uit te doven. Een manier om niets meer hoeven te voelen is bijvoorbeeld nog harder werken dan je al deed. Dit veroorzaakt benauwdheid, beperking en conflict met de omgeving. De onvrede, leegte en onmacht die dan gevoeld wordt, wordt op de omgeving geprojecteerd.

Via schematherapie kunt u deze schema’s en valkuilen opsporen, beïnvloeden en veranderen. Daarbij leert u beter omgaan met bepaalde situaties in uw leven. Pas als u zich bewust wordt van de thema’s en scriptmatig gedrag kan u deze veranderen, loslaten en nieuwe besluiten nemen.